5 veelgemaakte fouten bij het aanbrengen van gellak (en hoe je ze voorkomt)

gellak

Sommige dingen in het leven lijken makkelijker dan ze zijn. Denk aan winged eyeliner, Ikea-meubels in elkaar zetten… en ja, ook gellak aanbrengen. Eén verkeerde beweging en je zit met bobbels, luchtbelletjes of lak die na één dag al loslaat. Maar no worries, ik ga je precies vertellen hoe je deze fouten voorkomt.

gellak

Te dikke lagen aanbrengen

Een van de meest voorkomende fouten is het aanbrengen van lagen die veel te dik zijn. Ja, het lijkt een goed idee om meteen een volle, dekkende kleur te krijgen, maar dikke lagen drogen niet goed onder de lamp. Hierdoor ontstaan bobbeltjes en chippen je nagels sneller. De truc? Werk altijd met dunne, gelijkmatige laagjes en bouw de kleur rustig op.

Het is slim om te investeren in kwalitatieve producten, want die zijn vaak makkelijker egaal aan te brengen. Als je nog geen goede spullen hebt, kun je online makkelijk gellak kopen in allerlei kleuren en finishes. Zo weet je zeker dat je start met de juiste basis.

Ook helpt het om je kwastje goed af te strijken voordat je begint. Hoe minder product je per keer gebruikt, hoe beter het uithardt. En geloof me, dunne lagen zien er uiteindelijk strakker uit dan één dikke plak lak. Het is net pannenkoeken stapelen: laag voor laag wordt het pas echt mooi.

Nagelplaat niet goed voorbereiden

Gellak hecht alleen goed op een schone, droge en vetvrije nagel. En ja, dat betekent dat je de stap van voorbereiden écht niet mag overslaan. Een veelgemaakte fout is direct lakken op een nagel die nog een beetje vettig is door handcrème of natuurlijke oliën. Het resultaat? De lak laat binnen no time los.

Begin altijd met het voorzichtig vijlen en buffen van je nagels. Dit verwijdert de glans en zorgt voor een betere hechting. Vergeet niet om ook de nagelriemen zachtjes terug te duwen. Product op je nagelriemen zorgt er namelijk voor dat de lak daar sneller gaat liften.

Wil je echt voor een professionele afwerking gaan, dan kun je eens kijken bij Nagelinkoop.nl. Daar vind je niet alleen gellak, maar ook alle tools die je nodig hebt voor die perfecte voorbereiding. Want ja, het juiste gereedschap maakt écht verschil in hoe lang je manicure blijft zitten.

De randen niet goed verzegelen

Veel mensen lakken alleen de bovenkant van hun nagel en vergeten de vrije rand mee te nemen. Dat is een van de snelste manieren om je gellak binnen een paar dagen te laten chippen. Door de rand te verzegelen, bescherm je de lak tegen stoten en slijtage.

Het verzegelen doe je door aan het einde van elke laag – base, kleur en topcoat – ook een klein beetje over de rand van je nagel te lakken. Dit klinkt als een klein detail, maar het verlengt de houdbaarheid van je gellak enorm.

Let er wel op dat je niet te veel product gebruikt bij het verzegelen. Te veel lak op de rand kan juist zorgen voor dikke ophopingen of klodders. Het gaat om een subtiel, dun laagje dat de nagel volledig omsluit. Denk aan het gevoel van een goed afgesloten pakketje: netjes en veilig.

Te kort of te lang uitharden

De lamp is je beste vriend bij gellak, maar alleen als je weet hoe je hem gebruikt. Een fout die veel voorkomt, is het te kort of juist te lang uitharden van de lak. Bij te kort uitharden blijft de lak zacht en kwetsbaar, terwijl te lang uitharden de lak kan doen krimpen.

Check altijd de gebruiksaanwijzing van je gellak en je lamp. Niet elke lamp heeft dezelfde kracht, en niet elke lak heeft dezelfde tijd nodig. Een LED-lamp is bijvoorbeeld sneller dan een UV-lamp.

Het helpt ook om je nagels gelijkmatig onder de lamp te plaatsen. Houd je hand stil en zorg dat alle nagels goed worden belicht. Een scheve houding kan ervoor zorgen dat sommige delen niet goed uitharden. En ja, dat is echt zo frustrerend als het klinkt.

Vergeten de nagelriemen te beschermen

Je nagelriemen lijken misschien geen groot probleem, maar als je daar gellak op krijgt, kan dat funest zijn voor de houdbaarheid én de uitstraling van je manicure. De lak op je huid laat sneller los, en neemt de rest van de lak mee.

Een goede tip is om voor het lakken een beetje vloeibare latex of een andere nagelriembeschermer rond je nagel aan te brengen. Na het lakken trek je dit er gewoon af, en voilà: strakke lijnen zonder knoeien.

Probeer ook altijd met een vaste hand te werken en je kwastje goed te controleren. Hoe minder lak er op je kwast zit, hoe minder kans dat je uitschiet. En als het toch gebeurt: direct met een penseeltje en wat cleanser schoonmaken voordat je uithardt. Zo blijft je manicure netjes en lang mooi.